Slachtvisite 2017

Enters Erfgoed  houdt woensdag 8 november de jaarlijkse slachtvisite bij en in het Zompenmuseum aan de Hogebrink in Enter. Vanaf 10:00 uur hangt het varken op de ladder en bent u van harte welkom om te komen proeven van bijzondere lekkernijen van vroeger. Het evenement duurt tot 14.00 uur, ook leuk dus om woensdagmiddag na schooltijd nog even met de kinderen langs te komen en te smullen van bakleverworst!

Alles van het varken werd vroeger gebruikt en dat zien we hier in Enter nu ook terug. Een mooie traditie waar ook de jeugd wat van op kan steken. Met het achterover slaan van een pittige kruidenjenever wordt de slachtvisite geopend.

Interessant schouwspel

Slager Vincent Roetgering zorgt dat er een varken op de ladder komt en snijdt er vervolgens  smakelijke stukken af tot de ladder leeg is. Ondertussen vertelt hij over de verschillende delen van het varken en wat men er vroeger mee deed en nu mee doet. Het slachten van een varken was vroeger een ritueel binnen het boerenleven. Huisslachters trokken van boerderij naar boerderij om in november (vanwege de temperatuur dé slachtmaand bij uitstek) een varken te slachten. Na het slachten werd het varken ruggelings tegen een ladder gehangen en kwamen de buren kijken hoe veel vlees en vooral spek het varken zou opbrengen (vetpriezen). Dit natuurlijk onder het genot van een borrel.  Hoe dikker het spek, hoe beter.

Smullen van bakworst en bloedworst

Wel eens van een “Worstepinne” gehoord? Op de slachtvisite in Enter kunt u zien hoe vroeger met de hand verse worst gemaakt werd. Net als de zakken voor het bewaren van bloedworst en bakleverworst trouwens.  Daarnaast is er een speciale hoek met bijzondere hapjes, de Preuverieje.  In Enter op ‘slachtvisite’ gaan betekent dus ook borrelen en proeven van smaken uit het verleden. Meer dan twintig vrijwilligsters bakken lekkernijen zoals ‘schröamkes”, balkenbrij, zure zult, bloedworst, metworst en talloze andere vergeten vleeswaren.

Enterse predikanten en pastoor verrast

Traditiegetrouw worden ook de Enterse predikanten en de pastoor verrast met een vleesschotel. Volgens goed gebruik wordt hen een mooi stuk van het varken aangeboden. De pastoor of de dominee en de notabelen van het dorp kregen van de grotere boeren allemaal een mooi stuk vlees of worst. Een gegeven dat zelfs tot op de kansel breed werd uitgedragen. Dit cadeau werd vaak persoonlijk overhandigd. Een veelgehoorde opmerking daarbij was: “I’j wet nooit waor a’j ze nog ens veur neudig hebt.”  Op z’n Hollands: ” Je weet maar nooit waar je ze nog eens voor nodig hebt.”

Datum/Tijd
08 november 2017
10:00 - 14:00

Locatie
Klompen- en Zompenmuseum