Omstreeks 1850 ontstaat in Enter de handel in pluimvee met name ganzen en eenden. Hoewel de Enterse schippers al veel langer pluimvee vervoerden gaan de Entersen (niet de schippers) zich met de handel bemoeien. Het is niet bekend waarom deze handel zo vrij plotseling kon ontstaan maar het is een feit dat in 1853 in Coevorden, waar een grote ganzenmarkt was, nauwelijks nog ganzen aangevoerd werden. Enterse “ganzenkeals” hadden met hun knechten alle ganzen in de omgeving tot in het Duitse grensgebied toe opgekocht. Al spoedig werden jaarlijks duizenden ganzen verhandeld naar Engeland en Duitsland.
In de begintijd moesten ze lopen naar Rotterdam waar de ganzen op de boot naar Engeland gingen. Soms gingen de handelaren mee om hun contacten in Londen etc. te onderhouden. Later toen er vanuit Arnhem een treinverbinding met Rotterdam was werden de ganzen hier aangevoerd. Op het hoogtepunt van de handel werden er wel 40000 ganzen per jaar vervoerd. Het waren geen schippers die deze ganzenhandel hebben opgezet. Het zestal families dat deze handel beheerste had nooit een schipper in de familie gehad. In Duitsland kwamen deze handelaren tot aan Koningsbergen in Oost Pruisen toe.
Er is een aantekenboekje bewaard gebleven van de familie Leestemaker die ook in het “ganzenkoor” zat. Over de periode 1878 tot 1885 werden hierin de resultaten van de handel opgetekend. Er komt een jaar in voor dat er meer dan f. 7000,- werd verdiend door de gezamenlijke handelaren maar ook jaren dat er verlies werd geleden. Toen de 1e Wereldoorlog uitbrak was het abrupt gebeurd met deze handel.
Enter is ook en vooral een klompendorp. Klik hier.