Van Bakkersknecht tot klompenmaker

Van Bakkersknecht tot klompenmaker

Jan Willem ten Hove, bijnaam De Klitse, was een bekende in klompenmakersland. Hij is vele malen op ansichtkaarten afgebeeld als promotor voor het ambachtelijk vakwerk. Hij heeft met nog vier klompenmakers, de heren Morsink, Heering, Getkate en Pluimers de cursus handmatig klompenmaken opgezet. Jan Willem ten Hove werd op 13 juni 1894 in Rijssen geboren. De ten Hove’s hebben allemaal de bijnaam Klitsen.

“Het verhaal gaat dat mijn grootmoeder Geese een huis betrok waarin drie dames hadden gewoond die enorm konden kletsen (klitsen). Op dat huis rustte dus al een bijnaam , die mijn grootmoeder erfde en zo ook het nageslacht”, aldus ten Hove in een interview in 1996. In 1900 verhuisde Jan Willem met zijn ouders naar Enter. Hij ging naar de openbare school tot zijn elfde. Toen moest hij zijn vader helpen in de bakkerij en brood bezorgen per bak­fiets behoorde eveneens tot zijn taak. Ten Hove is ook nog enkele jaren bakkersknecht bij de firma Klumpers in Markelo geweest.

Jan Willem ten Hove

Klompenmaker werd hij pas na 1920. Dat is bij toeval zo gekomen. In 1914 kreeg hij een oproep voor de militaire dienst.In de mobilisatietijd werd ten Hove als grenswacht in Vriezenveen gestationeerd. Daar maakte hij kennis met een plaatselijke klompen­maker. Die man dacht dat de Enternaar wel het klompenmakersvak beheerste. Dat was dus niet het geval. Maar hij kreeg wel interesse. De Vriezenvener heeft hem het vak bijgebracht. De jonge Enternaar bleek een natuurtalent. In 1920 begon hij met zijn broer Hendrik een klompenmakerij. Jan Willem zocht de klanten en vond die al gauw onder de winkeliers in de omge­ving. Zijn vroegere werkgever Klumpers bijvoorbeeld werd een goede klant en zo kwamen er steeds meer bij.

Ondanks de grote concurrentie van Enterse collega’s ging het de gebroeders ten Hove goed. In die tijd waren er 104 klompen­makers, die de kost met klompenmaken verdienden. Vrijwel iedereen had ook nog een kleine boerderij met één of twee koeien op stal en een sik in de wei. Klitsen Jan Wil’m ging zelf op pad om geschikte bomen te kopen. Dat waren dan de populieren en wilgen. Meestal in de directe omgeving.  Er werd scherp gelet op de gaafheid van de boom. Je betaalde in die tijd acht tot tien gulden per boom. De populier was goedkoper en voor een klompenmaker gemakkelijker te bewerken. Wilgenhout is veel harder.  

De gekochte bomen liet hij ophalen door vracht­rijder Ezink uit Enter. De gebroeders ten Hove hebben het werk niet altijd alleen gedaan. Regelmatig waren er knechten over de vloer, zoals Gerrit Jan Rohaan, Berend Jan Pluimers en Arend Jan Koenderink. In de crisis­jaren zag Hendrik de klompenmakerij niet meer zitten. Hij koos voor een vast inkomen in ‘de textiel’ in Goor. Jan Willem ging zelfstandig verder. Hij legde zich vooral toe op de handel in hout.

Jan Willem ten Hove is zeer actief geweest in het verenigings­leven. Zijn kwaliteiten daarin bleven niet onopgemerkt. Hij was al lid van de Provinciale Klompenindustrie Overijs­sel/Gelderland en later ook van de Nederlandse Bond van Klom­penmakerspatroons. Van laatst genoemde organisatie is hij ruim twintig jaar voorzitter geweest.

Amerika

In 1950 kwam er een verzoek bij de Nederlandse Bond van Klom­penmakers binnen een demonstratie klompenmaken te verzorgen in Philadelphi­a. Dit in het kader van “Holland Fair”, een ten­toonstelling over Nederland en zijn producten. Het oog viel op ten Hove, toen nog geen voorzitter maar be­stuurslid. Hij zag dat wel zitten,zijn vrouw echter vond het een hele onderneming.Hij kon haar overtuigen dat het ook nog een beste cent opleverde en toen ‘ja’ gezegd tegen de organi­satie. Op dinsdag 18 april 1950 vertrok Enternaar Klitsen Jan Wil’m met de Nieuw Amsterdam vanuit Rotterdam richting Southampton om daarna over de Atlantische Oceaan koers te zetten naar Amerika. Een lading Enters populierenhout ging mee aan boord.

Op 26 april beschrijft de reiziger in zijn dagboek de binnen­komst van het schip in de haven van New York. “Van verre rijst het Vredesbeeld als een machtig monument aan de ingang van de havens op. Links ligt Long Island, aan de rechterkant de wolkenkrabbers van Manhatten en links het land van de Hoboken. Je hebt geen ogen genoeg om alles in je op te nemen”.

Over het hotel in Philadelphia schrijft hij: “Het is zo hoog dat het je duizelt wanneer je naar boven kijkt, laat staan van boven naar beneden”. Verder beschrijft hij in zijn dagboek de opvallende lichtreclames, het immens grote warenhuis in Gim­mels, de kerkdiensten die hij bezocht, de uitstapjes met Nederlandse families naar bezienswaardigheden, de reis naar Washington, de bezoeken aan New York, over de moderne techniek die daar toen al heel ver was, het drukke verkeer en de hitte.

Dagelijks schreef ten Hove in zijn dagboek. Bij de datum 3 mei 1950 lezen we: Van het leven hier begrijp je hoe langer hoe minder. Het schijnt dat geld hier geen woorden heeft. Er wordt eenvoudig met dollars gegooid. Gewone mensen zien er niet tegen op om tien dollar te betalen voor een entree voor een party-avond. Dat is zegge en schrijven achtendertig Neder­landse guldens en zo heb je meer van die gekke dingen. Daar raken wij als Nederlanders niet over uitgepraat. De mensen verdienen hier over het algemeen zoveel, dat dergelijke uitga­ven mogelijk zijn. Kleding is in verhouding tot lonen goed­koop. Schoenen zijn hier niet goedkoop. Omgerekend zijn die in Holland goedkoper. Twaalf eieren kosten negenendertig cent. Een behoorlijke maaltijd, met aardappelen, vlees, groente, soep, dessert en koffie kost hier zeventig tot tachtig cent.

Op vrijdag 5 mei 1950 arriveerde prins Bernhard, die de tentoon­stelling zou openen. Hij werd vergezeld door de heer van Kleffens, minister van Buitenlandse zaken. ’s Avonds was er een groot diner met alle medewerkers aan de “Holland Fair”. Zaterdag 6 mei 1950 vond de officiële opening plaats met het traditionele doorknippen van het lint door prins Bernhard. De “Holland Fair” trok veel belangstelling. “Er waren stands met textiel, diamanten, zilverwerk, kaas, haring, poppen, oude kunst, tulpenbollen en natuurlijk de demonstratie van de “wooden shoes”. De Hollandse stand trok veel bekijks. En toen de prins naastten Hove in de stand kwam staan, flitsten de fototoe­stellen en filmapparaten.  Toen gaven de persmensen de prins een klomp in handen en zei de prins tegen ten Hove:  “Draai nu maar even met je boor, dat willen ze graag filmen”. Ten Hove heeft op de tentoonstelling goede zaken gedaan. Er zijn 3500 draagbare klompen verkocht en 25.000 sierklom­pjes. Met een flinke order op zak voor de Nederlandse klompenindus­trie keerde hij op 18 juni 1950 naar Enter terug.

Het is overigens niet de enige reis die ten Hove als promotor voor de klompenindustrie gemaakt heeft. Hij is in Brussel geweest en verzorgde demonstraties in Keulen, Manschester en Sheffield. Hij heeft in zijn leven totaal 11 verschillende landen bezocht. Het klompenmaken lag hem na aan het hart. In zijn lange leven maakte hij tenminste 1.000.000 paar klom­pen. Lang nadat hij gepensioneerd was, maakte hij voor z’n plezier nog klompenplanken. (presentatieplank van stuk hout tot vol­waardige klomp).

Op verzoek van de toenmalige Wierdense burgemeester A. Lieuwen heeft hij klompenmaker­scursussen georganiseerd en is hij nauw betrokken geweest bij de oprichting van het klompen­museum ’t Sköpke.

Diny Klein Hegeman

Gepubliceerd in Rijssens Nieuwsblad 19 juli 2016

Andere verhalen

Hallehuizen in Enter
Kerkelijke geschiedenis van Enter
De ontwikkeling van Enter en de Enter es
Het Leyerweerd
Het herenhuis Kattelaar
De Molens van Enter
Het Exo een historische plek in Enter
Het  Enterveen voor 100 jaar.
Schilder Wedda uit Enter werd geboren op de gasbel van Slochteren
2e Wereldoorlog voorkwam drooglegging Mokkelengoor
Studiegroep “De Apenberg” van de TH-Delft maakte in 1952 uitbreidingsplan voor Enter
Onderduiken in Enter in de Tweede Wereldoorlog
De komst van straatverlichting en elektriciteitsbedrijf in Enter
Onderzoek erf- en grondnamen in Enter
De molenaarsfamilie Dissel in Enter
Enterse Zompen bij de Oosterhof in Rijssen
Velten of Broeze: een ingewikkelde connectie in Enter
Graanelevator voor de Coöperatie
Vakbeweging Enter vernietigt haar archieven tijdens WO2
Uitvinding van Morsink: Legnesten!
Dirk Getkate leraar aan de Klompenmakersvakschool
Gezin uit ontruimd Arnhem vond onderdak in Enter
Enternaren werkten als dwangarbeider in munitiefabriek Strausberg
Plattegrond van Enter in het begin van de jaren zestig
Het Erve Berends
50 jaar bevrijding Enter
De geschiedenis van het herenhuis Berghorst in Enter
Vriejn in ’n Bulnershook
Een Enterse jongen in oorlogstijd
Een bruiloft op het Leyerweerd in de 19e eeuw
De Twentse Hoeve in Enter van Boerderij-Eethuis tot restaurant met Michelinster
Het oale geet hen, het nieje kump an
Hoe behouden we het restant van de historische Enter es
Witte Hoes en Hotel Rijsserberg in Het Hollands Schwarzwald
Leden van de Enterse N.B.S bewaakten deel van de dijk Noordoost-polder in 1945
Een eeuw geleden gingen de laatste Enternaren naar Holland om gras te maaien
Enternaren in de mobilisatietijd (1914 -1918)
Ophalen huisvuil en hygiëne in Enter
De verdwenen kleine middenstand in Enter
De historie van de katholieke kerk in Enter
De kwestie Eerdmans, de Botterheer
De boerderij ‘De Jêênte’ in Enter
Verkeersexamen in 1954 School met de Bijbel Enter
Zandstrooien
Spinnen
Midwinterhoorn maken
Kantklossen in Enter
Enter 802
De klompenmakerij van Helmes-Jans
Eanter hef un zwembad! (juli 1936)
Vertelsel van vraoger
Het leven van Arend Jan Leestemaker
Honderd jaar telefoon in Enter
Sunt-Jaopik
Overval op de Boerenleenbank Rectum-Ypelo
Rijssense strijd tegen dansvermaak uit Enter
In het ‘Mengat’ in Enter
Het Verzet
De Oorlogsjaren
Het Onderwijs in Enter
De bevolking van Enter in 1880
Ganzen en katoentjes
De reis van ‘Klitsen-Jan Wilm’ naar de Holland Fair in Amerika
De eerste autobusdiensten in Enter
Het ontstaan van boekhandel Waanders
Klompenmaken in Enter
Europese Promotiedagen Handmatig Klompen maken
Van Bakkersknecht tot klompenmaker
Dijken en stegen in Enter
40-jarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina in 1938
De geschiedenis van de Coöperatieve Landbouwvereniging in Enter
De Keurstbrug over de Regge in Enter
Meetbrieven, lastgelden en patentrechten
BEVRIJDING VAN ENTER (6)
BEVRIJDING VAN ENTER (5)
BEVRIJDING VAN ENTER (4)
BEVRIJDING VAN ENTER (3)
BEVRIJDING VAN ENTER (2)
BEVRIJDING VAN ENTER (1)
De geschiedenis van de begraafplaatsen in Enter
De aanleg van harde wegen in en om Enter
Jais-Hin’n
De Oale Uup’n
Het maritiem vakantieverleden van dokter Veldhuyzen van Zanten
Verdeling marke Enter in tapperij de Halve Maan
Een klompenschipper uit Enter
Van Langenhof tot Wooltershoes
Hotel De Adelaar, opkomst en ondergang
Van schippersdochter tot kasteelvrouwe
Het uitgaansleven in Enter in vroeger tijden
Het Pluimershuis
Bijnamen
De geschiedenis van het dorp Enter
Forensendorp
Klompen maken
Ganzenhandel met Duitsland en Engeland
Scheepvaart en de Enterse zompen
Bevolkingsgroei en het Markestelsel
De Munsterse oorlogen
Hervorming en opstand
Rohaan
Kattelaar
Het Leijerweerd
Geschiedenis van het erve Borgerink
Van Conrading tot Deks 1475-1971
Het erve Dekkers van 1601 tot 1971
Het pand Bolscher
Oude Katholieke kapel
Neringdoenden in Enter anno 1880
De eerste garage
Oude erven
Enterse adel
Naam en ouderdom Enter
Scroll naar boven